DSM-5 criteria tardieve dyskinesie
333.85
Onwillekeurige athetotische of choreatische bewegingen (die minstens een paar weken aanhouden), doorgaans van de tong, het onderste deel van het gelaat en de kaak, en de extremiteiten (maar soms zijn ook de spieren van de farynx, het diafragma of de romp erbij betrokken) die ontstaan in samenhang met het gebruik van een neuroleptisch middel gedurende minstens een paar maanden. Bij ouderen ontstaan de symptomen soms al eerder tijdens het gebruik van het geneesmiddel. Bij sommige patiënten verschijnt dit type bewegingen na het staken, of na wijziging of verlaging van de dosering van neuroleptica. Is dit het geval dan wordt de stoornis dyskinesie als gevolg van onttrekking van neuroleptica genoemd. Omdat deze vorm van dyskinesie gewoonlijk een duidelijk tijdsverloop heeft, namelijk korter dan vier tot acht weken, wordt de dyskinesie die langer duurt als een tardieve dyskinesie beschouwd.